Op mijn achttiende voelde ik me zo ontheemd dat ik besloot ergens anders opnieuw te beginnen. Het was 2013 en erg ver kwam ik niet. Terschelling werd mijn toevluchtsoord.
Strandjutten, Gauloises blauw, juttersbitter, de Terschellinger brul en een zelfgekozen familie; mijn vlucht bleek een kantelpunt. In de twee jaar die ik op het eiland woonde, leerde ik mild voor mezelf te zijn. Ieder jaar kom ik terug. Niet langer vluchtend, maar altijd zoekende.